Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Jezus antwoordde, en zeide tot hen: Hoewel Ik van Mijzelven getuig, zo is [nochtans] Mijn getuigenis waarachtig; want Ik weet, [20]van waar Ik gekomen ben, en waar Ik heenga; maar gijlieden weet niet, van waar Ik kom, en waar Ik heenga. 20. Dat is, want Ik ben niet alleen een mens, maar ook de ware Zoon Gods, die van den hemel als een gezant des Vaders, vs.16, ben afgekomen, en naar mijn menselijke natuur daar weder zal opvaren.